- "Goedemiddag, meneer."
- "Ja?"
- "Ik houd u staande omdat u over de stoep rijdt."
- "Ja?"
- "Mag ik vragen waarom u over de stoep rijdt?"
- "Ja."
- "En dat is?"
- "Hoe moet ik anders bij mijn woonhuis komen?"
- "U woont hier?"
- "Nee."
- "Waar dan?"
- "Daar."
- "U rijdt al vanaf de hoek over de stoep, meneer."
- "Het is vol met geparkeerde auto's."
- "Heeft u gekeken of u ergens tussendoor kan?"
- "Kunt u ervoor zorgen dat de auto die op het enige uitstulpstoepje aan deze kant van de straat staat, er niet meer staat?"
- "Wat zegt u?"
- "Kunt u ervoor zorgen dat de auto die op het enige uitstulpstoepje aan deze kant van de straat staat, er niet meer staat?"
- "Een uitstulpstoepje?"
- "Het gedeelte van het troittor dat direct aan de asfaltweg ligt, in plaats van dat het een parkeerplaats is. Daar zetten buurtbewoners hun auto meestentijds ook op."
- "En daarom rijdt u over de stoep?"
- "Anders bereik ik mijn voordeur niet. Dat is onhandig, want de kat wil eten. Nu ben ik klaar met het gesprek. Als u verder mijn tijd wilt verbruiken, zult u ervoor moeten betalen. Prettige middag verder."